Wijnstok Riesling op onderstam SO4

Algemeen over wijnstok variëteit Riesling:

Riesling zou zijn ontstaan uit een natuurlijke kruising tussen Heunisch en de inheemse wilde wijnstok Vitis-Silvestris. Riesling is het vlaggenschip van het Duitse witte wijnlandschap. Meer dan de helft van de 39.000 hectare die in de wereld wordt verbouwd, bevindt zich in Duitsland. De Pfalz is zelfs het grootste rieslinggebied ter wereld met een beplante oppervlakte van 5 545 ha, gevolgd door de VS (4 700 ha), Australië (4 450 ha), Nieuw-Zeeland (950 ha), Oostenrijk (1 650 ha), Frankrijk (3 500 ha) en Moldavië (2 400 ha).

Druif :

De druiven van wijnstok Riesling zijn klein en geschouderd. Klassieke Riesling-klonen zijn vaak dicht besdragend. Nieuwere selecties leggen de nadruk op losse bessen ten gunste van een hogere botrytisresistentie. De kleine, ronde bessen met zwarte stippen op de bessenschil zijn groengeel en worden geelbruin naarmate ze rijpen of aan de zon worden blootgesteld.

Wijn :

De variatie aan Rieslingwijnen is oneindig divers. Hij varieert van fruitige, frisse wijnen met levendige zuren tot wijnen van de late oogst met aroma’s van appel, perzik, citrusvruchten en vaak nuances van kruiden, noten en honing, ondersteund door een fruitige zuurgraad en een rijpe tanninestructuur. Edele zoete kwaliteiten, van Beerenauslese tot Eiswein, zijn bijzonder lang houdbaar.

Ligging:

Door zijn late rijping stelt Riesling hoge eisen aan de ligging en het microklimaat. Het reageert gevoelig op de individuele kenmerken van de bodem, de terreinen en het microklimaat. Wanneer Riesling wordt blootgesteld aan extreem UV-licht, heeft hij de neiging te verbranden (zonnebrand). In ongunstige jaren kan lamsteligheid optreden. De groei is middelmatig tot sterk en opgaand. Door zijn droogtetolerantie wordt hij met succes geteeld op verweerde rotsbodems op terrasvormige en steile terreinen, zoals leisteenbodems van de Moezel, ‘Rotliegend’ aan het Rijnfront, zandsteenverwering in de Pfalz of gneisrotsen in de Wachau.