De plant groeit in de breedte (30-45cm). De kleine knollen, de meeste minder dan 5 cm lang, worden net onder het bodemoppervlak geproduceerd. De bladeren lijken veel op groene munt. De plant maakt prachtige bloemen, wit of, zelde roze, verschijnen van juli tot augustus. Ze worden bestoven door insecten.
Crosne is gemakkelijk te telen, maar om grote, sappige knollen te krijgen is wat meer aandacht nodig. De standplaats moet in de volle zon liggen en een rijke, goed gedraineerde, licht zure tot neutrale grond hebben (met een pH van 6,5 tot 7,0).
Maak de grond grondig los en werk er veel compost in. Plant de knollen 7,5 cm diep en 30 cm van elkaar. Geef ze goed water. Het duurt vijf tot zeven maanden voor de knollen volgroeid zijn.
Plant je knollen uit tussen februari en eind maart.
Sta geen bloei toe als je knollen wilt oogsten. Snoei in plaats daarvan de scheuten terug wanneer ze 30 cm lang zijn, snoei ze terug tot 10 of 15 cm. De knollen beginnen zich in de nazomer te vormen. Zorg er voor dat je planten genoeg water krijgen.
Oogst de knollen naar behoefte pas na het afsterven van het loof eind oktober of november. Gebruik een aardappelvork voor het graven om schade aan de knollen te minimaliseren.
De knollen kunnen rauw en knapperig worden gegeten in een salade of als groente om te dippen. Je kan ze ook toevoegen aan roerbakgerechten, waar ze knapperig blijven.
Of probeer ze eens gekookt met peterselie en boter of gesauteerd met gehakte noten, fijngehakt spek en Sjalotjes en geserveerd met verse sperziebonen.
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.