Wijnstok Cabernet Sauvignon op onderstam SO4

Algemeen over de wijnstok variëteit Cabernet Sauvignon:

Deze edele druif mag op geen enkele wijnkaart of in geen enkel wijnbouwland ter wereld ontbreken. Van de 200.000 hectare die wereldwijd zijn aangeplant, bevindt meer dan een kwart (55.000 hectare) zich in Franse teeltgebieden, vooral in het bolwerk Bordeaux, en in bijna alle teeltlanden in Europa. Bovendien is cabernet sauvignon sterk vertegenwoordigd in de Nieuwe Wereld en wordt hij alleen door merlot ingehaald in termen van beteeld areaal. Volgens een DNA-analyse uit 1997 gaat het druivenras terug op een kruising tussen Cabernet Franc en Sauvignon Blanc. Het deel van de naam Sauvignon is afgeleid van het Franse “sauvage”, wat “wild” betekent, en verwijst naar de rechtstreekse afstamming van wilde wijnstokken die in het verleden werd verondersteld. Het Instituut voor Wijnbouwkunde van het Onderzoeksinstituut Geisenheim is de enige geregistreerde kweker van dit ras in Duitsland. Tijdens de lange rijpingsperiode concentreren de kleine bessen een uniek aroma en tanninereservoir voor diepdonkere wijnen met een groot ontwikkelingspotentieel.

Druif:

De lange, geschouderde druiven zijn klein tot middelgroot. De kleine, ronde, zwarte bessen hebben stevig vruchtvlees, een typische waslaag en een dikke, harde bessenschil. In de mond doen de druiven denken aan viooltjes en lijsterbessen en vertonen ze een samentrekkende tanninerijpheid.

Wijn:

Als monocépage (zonder extra druivensoorten) gevinifieerd, vertoont hij een duidelijk herkenbaar aroma van zwarte bes, groene peper, zwarte peper, evenals cederhout en kruidnagel, en een buitengewone dieprode kleur die naar violet glinstert. Afhankelijk van het oogstjaar en de rijpheid van de fles, lijkt de uitgesproken tanninestructuur jong, ruw en enigszins nors, maar met toenemende rijpheid worden de tannines zachter en fluweelzacht. Cabernet sauvignon heeft een grote bewaarcapaciteit en is geschikt voor lange rijping in barrique of houten vaten.

Teeltadvies voor wijnstok Cabernet Sauvignon:

Op de lichte kiezel-, kwarts- en grove zandgronden van de Médoc en de Graves wordt het ras als een van de late rassen geoogst. In jaren met laat en nat herfstweer of op zware bodems is volledige rijpheid moeilijk te bereiken. Uitstekende kwaliteiten werden bereikt op magere droge bodems, wanneer ook met laaggroeiende onderstammen en korte snoei werd gewerkt.  In onze Lage Landen een uitdaging om rijp te krijgen.