Knolcapucien (Tropaeolum tuberosum) – 3 knollen

Knolcapucien (Tropaeolum tuberosum) – 3 knollen

Hoogte: 2 tot 4 meter
Plantafstand: Om de 45 cm
Blootstelling: Zonnig
Bodem: alle soorten
Aanplant : vanaf half mei
Oogst: herfst, wanneer het loof afgestorven is

Plant de knollen in het vroege voorjaar (februari, maart) in potten en zet ze op een koele plaats.
Zet half mei, wanneer het vorstgevaar geweken is, om de 50 cm palen. Deze moeten ten minste 2 m lang zijn om de plant te ondersteunen tijdens de groei. Plant dan, bij elke paal, de jonge planten in compostrijke grond uit. Geef de planten een zonnige plek in je moestuin.

De knolcapucien is erg productief en produceert ongeveer 20 knollen per plant. In de zomer gaat de plant bloeien met bloemen die doen denken aan Oost-Indische kers. De eetbare bloemen zullen een originele, pittige toets aan je gerechten geven.
De knollen kunnen rauw of gekookt worden gegeten.

De teelt van de knolcapucien is eenvoudig en neemt weinig tijd in beslag. Het belangrijkste is het aanaarden, vergelijkbaar met het aanaarden van aardappelen. Zo krijg je een grotere oogst aan knollen. Bij droog weer geef je best ook af en toe water.

Een laatste belangrijk detail: het is niet nodig het loof van de knolcapucien te snoeien.

De oogst vindt plaats in de herfst, wanneer het loof is verdwenen. Om de knollen op te graven, gebruik je een aardappelvork. Dit zal het risico op beschadiging beperken.