Een van de onkruidsoorten, die de meeste mensen bij naam kennen, is brandnetel. De brandharen op de stengels en in mindere mate op de bladeren, veroorzaken bij aanraking een vervelend, branderig gevoel. Een goede reden, om de plant te mijden. Dat is niet helemaal terecht, de plant heeft geneeskrachtige eigenschappen en is daarnaast ook voor mensen en dieren geschikt ter consumptie.
Gratis wildplukken kalender
Een duidelijk overzicht wat je per maand kunt wildplukken. Bekijk onze wildplukken kalender
Brandnetel, met de Latijnse naam Utrica dioicia, is een veelvoorkomende plant, die al in de vroege Germaanse tijd bekend was. Dat is al te zien aan de Nederlandse naam van de plant: brandnetel. Netel is afgeleid van een oud Germaans woord. Romeinen haalden de plant in koude dagen over hun benen, om zich warmer te voelen. In de middeleeuwen werd de plant door monniken gebruikt. Ze maakten van de stengels kleine zeepjes, waarmee ze zichzelf sloegen ter boetedoening. De slag van het zweepje was niet zo pijnlijk, de brandharen des te meer.
Gebruik van de brandnetel
Brandnetel bevat voedzame stoffen, zoals caroteen, vitamine C en D. De plant kan ook mineralen bevatten, zoals kalium en natrium. Dat maakt de plant voor mens en dier een interessante voedselbron. Geiten hebben met de brandharen niet zo’n probleem, konijnen eten het liefst verse jonge planten, waar nog geen brandharen in te vinden zijn. Voor menselijke consumptie worden de brandharen geneutraliseerd door ze in warm water te leggen. Van de bladeren is een thee te trekken, soep te maken, maar het jonge blad kan ook prima gebruikt worden om te eten. De bereiding lijkt wat op de bereiding van spinazie. In Friese brandnetelkaas is uiteraard ook brandnetel verwerkt. Aan brandnetel worden ook geneeskrachtige en verzorgende eigenschappen toegeschreven, bijvoorbeeld als bloedzuiveraar of bij huidaandoeningen.
Vindplaats van de brandnetel
Brandnetel bevat voedzame stoffen, zoals caroteen, vitamine C en D. De plant kan ook mineralen bevatten, zoals kalium en natrium. Dat maakt de plant voor mens en dier een interessante voedselbron. Geiten hebben met de brandharen niet zo’n probleem, konijnen eten het liefst verse jonge planten, waar nog geen brandharen in te vinden zijn. Voor menselijke consumptie worden de brandharen geneutraliseerd door ze in warm water te leggen. Van de bladeren is een thee te trekken, soep te maken, maar het jonge blad kan ook prima gebruikt worden om te eten. De bereiding lijkt wat op de bereiding van spinazie. In Friese brandnetelkaas is uiteraard ook brandnetel verwerkt. Aan brandnetel worden ook geneeskrachtige en verzorgende eigenschappen toegeschreven, bijvoorbeeld als bloedzuiveraar of bij huidaandoeningen.