Zelf thuis bierbrouwen
Bierbrouwen, dé hobby waar je vrienden mee maakt!
Zelf bierbrouwen, wie wil dat nou niet? Je eigen bierbrouwen voor je vrienden of om iemand te verrassen door het als cadeau te geven. Bierbrouwen is tegenwoordig hip en wordt niet alleen nog maar in professionele brouwerijen gemaakt maar dus ook gewoon thuis aan de keukentafel.
Het is een leuke hobby die je alleen kunt doen of met vrienden of familie. Voor het thuis bierbrouwen heb je in principe niet veel nodig. Bierbrouwen wordt al honderden jaren gedaan en in die tijd hadden ze ook vrij weinig materialen voor handen. Om te starten met bierbrouwen kun je binnenkort in de online Goed Boeren in de Stad winkel de materialen hiervoor aanschaffen. Zodra deze producten beschikbaar zijn laten we jullie dit direct weten via onze nieuwsbrief.
Altijd al gedroomd van je eigen IPA-bier of blond bier? In dit artikel leggen we je de verschillende manieren uit om je eigen bier te brouwen en wat je hiervoor nodig hebt. Lees dit artikel en stap in de wereld van zelf bierbrouwen!
Op deze pagina
- Wat is bierbrouwen eigenlijk?
- Bierbrouwen met vloeibaar bierconcentraat
- Wat heb je minimaal nodig om te kunnen brouwen?
- Reinigen brouwmaterialen
- Je eerste eigen bier maken
- Bierbrouwen het echte werk
- Wat heb je minimaal nodig om te kunnen brouwen?
- Maischen
- Klaren en koken
- Toevoegen van hop
- Koelen en gist toevoegen
- Hydrometer, wat is het en hoe gebruik ik het?
- Bottelen
Wat is bierbrouwen eigenlijk?
Het bierbrouwproces vergt verschillende stappen waaronder het verwarmen van het water samen met zetmeel houdende granen om zo de suikers te onttrekken dat later door de gist in alcohol worden omgezet.
Bierbrouwen met vloeibaar bierconcentraat
Het voordeel van bierbrouwen met vloeibare bierconcentraat is dat je redelijk snel klaar bent met gebruik van vrij weinig materiaal. Er zijn verschillende concentraten beschikbaar, van barley wine tot een IPA. De reden dat je minder materiaal nodig hebt door een bierconcentraat te gebruiken is omdat het grote deel van het brouwproces al is doorlopen. Na het stoppen van het brouwproces is de substantie ingekookt tot een concentraat. Daarom hoef je in dit proces eigenlijk alleen nog maar water, suiker en gist toe te voegen.
Wat heb je minimaal nodig om te kunnen brouwen?
- Bierconcentraat
- Gist (wordt vaak meegeleverd)
- Grote pan
- Vergistingsemmer
- Waterslot
- Grote lepel
- Kroonkurkapparaat
- Kroonkurken
- Flessen om je bier in te bottelen
Een tip voor bierbrouwen met vloeibaar bierconcentraat: wanneer je een blik koopt om bijvoorbeeld zeven liter bier te maken, gebruik dan geen vergistingsemmer van twintig liter. Te veel zuurstof in je vergistingsemmer is niet goed, maar te weinig headspace (de ruimte boven het bier in het afgesloten blik) ook niet aangezien het dan je het waterslot gaat. Voor zeven liter bier adviseren wij een tien liter emmer.
Reinigen brouwmaterialen
Voordat je gaat bierbrouwen is het uiterst belangrijk dat alles volledig schoon en steriel is. Wanneer je niet alles goed schoonmaakt ontstaat er een kans dat je een infectie in je bier krijgt. Wat hiervoor veel gebruikt wordt is OXI. Dit is een milieuvriendelijke reiniger voor alle licht vervuilde materialen en flessen. Gebruik ongeveer vier gram per liter warm water in je brouwemmer en ga niet met de schuurkant van je schuurspons door je plastic brouwemmer. Dit veroorzaakt lichte krassen in het plastic waar later vuil kan ophopen.
Ga ook niet met je blote handen door het OXI-water aangezien je handen er enorm van uitdrogen. Technisch gezien hoef je de brouwemmer en je andere materialen niet na te spoelen maar we raden aan om dat toch te doen en laat de emmer hierna uitlekken. Droog het niet na met een doek want dat laat stofdeeltjes achter in je emmer.
Je eerste eigen bier maken
Wanneer je het materiaal hebt schoongemaakt, kun je het blik met je bierconcentraat openen en zet je deze met de dichte kant in een pannetje met water van ongeveer 40°C. Het bierconcentraat is een plakkerig goedje en je doel is om zoveel mogelijk van het concentraat in je brouwemmer te krijgen. Het concentraat gaat door de verhitting loskomen. Als dat is gebeurd is het tijd om het concentraat naar je brouwemmer over te hevelen. Hierna doe je water in een pan en los je daar de suiker in op. In de handleiding die wordt geleverd bij het concentraat (zit vaak onder het deksel) staan de exacte water/suiker verhoudingen. Vergeet niet je blik uit te spoelen, hier blijft vaak nog wat bierconcentraat achter.
Voeg vervolgens je suikeroplossing toe aan je bierconcentraat en voeg nog toe. Roer dit vervolgens goed door en laat alles afkoelen tot onder de 25 °C. Afkoelen tot lager dan deze temperatuur is belangrijk omdat het gist anders doodgaat. Wanneer je alles hebt doorgeroerd en een hydrometer hebt, kun je ook je begin-sg (soortelijk gewicht) meten. Als je gaat bottelen moet je dan ook je eind-sg meten om te weten hoeveel procent alcohol je biertje is. Maar daarover later meer.
Doe het deksel op je vergistingsemmer en het waterslot in het gat van de deksel. Het beste kun je een beetje OXI-wateroplossing of een beetje sterke drank toevoegen in het waterslot. Dit doe je zodat er geen bacteriën in je bier kunnen komen. Zet de emmer één tot twee weken weg en zorg dat de temperatuur in de ruimte waar je de emmer zet niet warmer wordt dan 23 °C. Na een paar uur zal je zien dat het waterslot begint te pruttelen. Dit houdt in dat het gist aan het werk is. Het gist eet de suikers op en zet deze om in alcohol. Wanneer het waterslot niet meer borrelt kun je het overhevelen in een schoongemaakte lageringsemmer. Hiervoor gebruik je een hevelpijp. Zorg er hiervoor bij dat de vergistingsemmer hoger staat dan de lageringsemmer. Zet vervolgens de lageringsemmer een week weg. Tijdens het lageren wordt er moederkoolzuur ontwikkeld. Dat is de basis van het koolzuur dat je graag in je bier wilt hebben.
Het is handig als de lageringsemmer ook een tapkraantje heeft. Dit is met name handig bij het bottelen van je bier. Hoe je bier te bottelen? Dat lees je verderop in dit artikel.
Bierbrouwen het echte werk
Als je geen gebruik wilt maken van het bierbrouwen met een concentraat maar volledig je eigen bier wilt brouwen heb je de bestanddelen water, graan, hop en gist nodig. Je kunt hiernaast experimenteren met andere kruiden zoals curaçaoschil, kruidnagel of wat je lekker lijkt. Daarbij is het wel zaak dat het bij het type bier past dat je maakt. Elk toevoeging heeft een belangrijke invloed op de smaak van het uiteindelijke bier. Zo zijn bepaalde soorten water geschikt om een IPA of een Pilsner te maken. Of de hoeveelheid van een bepaalde gemoute of ongemoute granen. In een ander artikel leggen we de invloed hiervan uit. Voor een beginnende brouwer is bij een basisrecept blijven het meest praktisch. Het hierna experimenteren door andere kruiden toe te voegen kun je met hetzelfde recept als basis doen.
Voordat je gaat beginnen en een brouwrecept hebt gevonden is het aan te raden om een bierbrouw schrift te gebruiken. Hierin noteer je al de genomen stappen. Het schrift met de genomen stappen kun je later gebruiken om je proces indien gewenst nog wat aan te passen of het bier nogmaals maken als het een succes is.
Wat je misschien niet verwacht is dat een pils moeilijker te maken is dan bijvoorbeeld een IPA of een Tripel. Dit heeft te maken dat pils ondergistend is en vergist tussen de 5°C en 15 °C. Een bovengistend bier vergist tussen de 15°C en 25°C. Vanwege de lagere temperatuur van vergisting bij ondergistend bier duurt het langer om dit type bier te maken.
Wat heb je minimaal nodig om te kunnen brouwen?
- OXI om het materiaal te reinigen
- Bierbrouw schrift
- De ingrediënten volgens je recept; vergeet de hop en gist niet!
- Schrootmolen - als je mout nog niet geschroot is
- Iets om de mouten/granen/suiker in te verwarmen - pan, inmaakketel of een automatische brouwketel
- Een grote lepel om te roeren
- Vergiet of een hevel met een filter er op (bazooka hopfilter)
- Timer/kookwekker
- Thermometer
- Weegschaal
- Hydrometer
- Maatcilinder
- Iets om je wort (suikeroplossing) te koelen - een wortkoeler/platenkoeler of een wasbak met ijs
- Twee vaten: één voor de vergisting en één voor de lagering
- Waterslot
- Hopzakjes
- Kroonkurkapparaat
- Kroonkurken
- Flessen om je bier in te bottelen
Voordat je gaat bierbrouwen maak je alle materialen goed schoon. Normaliter maken wij eerst alles schoon met een afwassopje en daarna met de OXI. Gebruik niet de schuursponskant van je spons maar de zachte kant. Dit voorkomt krassen waar vuil in kan ophopen. Weeg alles volgens je recept af en schroot de mout. Schroten is de brouwersterm voor het openbreken van de moutkorrel en het vermalen van de korrelinhoud.
De wijze waarop je schroot heeft invloed op de samenstelling van het wort (wort is het suikerwater dat ontstaat wanneer je de mout verhit op verschillende temperaturen -maischen- lees door en we leggen je uit hoe je het beste kunt maischen) en de kwaliteit van het uiteindelijke bier.
Wanneer je zelf schroot doe dit nooit meer dan een dag van tevoren. Het mout zal namelijk zuurder worden als je dit langer dan een dag laat liggen. Elk graan- en moutsoort heeft een andere afstelling nodig op je schrootmolen. Tarwe is bijvoorbeeld minder dik dan een gerstemout. Het kaf van het koren dient ook zoveel mogelijk intact te blijven. Wanneer je te fijn schroot gaat dit problemen opleveren bij het filteren. Vul intussen je pan/inmaakketel met de hoeveelheid spoelwater zoals staat aangegeven in het recept.
Maischen
In veel recepten worden de temperaturen waar je mouten op moet verhitten vermeld: het Maisch schema. Meestal wordt er begonnen met een eiwitrust. Door je spoelwater op 55 °C te brengen en daarna de geschrote mout toe te voegen (voorkom klonten) zal de temperatuur zakken tot ongeveer 53 °C. Het water/moutmengsel heet vanaf nu “beslag”. Houd het beslag ongeveer een kwartier tot een half uur op deze temperatuur. Tijdens deze periode worden de eiwitten afgebroken door het protease enzym. Deze eiwitten zijn van belang voor de latere schuimvorming op je bier en de aminozuren die ook worden ontwikkeld op deze temperatuurstand dienen als voeding voor de gist die je later toevoegt. Het is belangrijk dat je de inhoud af en toe goed roert.
De volgende stap in je Maisch schema is de b-amylase of ook wel de beta-amylase. Je verwarmt je pan of ketel tot ongeveer 65 °C. In deze fase ontstaan de vergistbare suikers en is belangrijk voor het uiteindelijke alcoholpercentage van je bier. Meestal, dit is afhankelijk van het type bier dat je brouwt, duurt de b-amylase stap ongeveer een half uur. Je telt de tijd tot de temperatuur van 65 °C is bereikt overigens niet mee in dit half uur. Na dit half uur verwarm je op tot ongeveer 71 °C, deze stap heet de a-amylase. Kom echt niet boven de 75 °C want dan stopt de a-amylase wat belangrijk is voor de body van het bier. In deze stap blijf je maximaal 20 minuten. Wij houden in deze stap meestal een kwartier aan.
Verhit ondertussen je spoelwater tot ongeveer 70°C. Dit heb je nodig nadat je de laatste stap in het proces hebt afgerond: het stoppen van alle enzymactiviteit. Dit is bereikt als je het beslag ongeveer vijf minuten op 80 °C hebt laten staan. De hoeveelheid spoelwater die je nodig hebt is afhankelijk van de hoeveelheid bier die je brouwt. Om dit te berekenen gebruik je de formule: 1,6 * eind hoeveelheid in liters = X. Vervolgens X – eind hoeveelheid = aantal liters spoelwater. In ons voorbeeld gebruiken we 25 liter. 1,6 * 25 liter = 40 liter totaal nodig wat brengt ons tot 15 liter spoelwater. 40 liter - 25 liter = 15 liter spoelwater.
Onderstaand een kort overzicht van de temperaturen in stappen met de effecten:
Temperatuur | Actief enzym | Actie | Belangrijk voor |
45 – 55 °C | Protease | Eiwitsplitsing | Voeding gist en schuimvorming |
61 – 67 °C | b-amylase | Vergistbare suikers (alcoholmakers) | Voeding gist en alcoholpercentage |
65 – 73 °C | a-amylase | Onvergistbare suikers | Body van het bier |
78 – 80 °C | Stoppen van alle enzymactiviteit |
|
Klaren en koken
Na deze stappen is alle zetmeel omgezet in suikers en is het tijd om te ‘klaren’. Klaren is het scheiden van de vaste stoffen van de vloeistof. Wanneer je het beslag ontdoet van de vloeistof ontstaat er ‘bostel’ en de vloeistof heet vanaf dit moment ‘wort’. Wort is de vloeibare suikeroplossing die uit je granen zijn gekomen. Voordat je gaat klaren is het belangrijk om de laatste suikers nog uit je beslag te onttrekken. Hiervoor gebruik je het spoelwater dat je hebt verhit. Sommige brouwketels hebben een dubbele bodem die je omhoog kunt trekken zodat het spoelwater op je overblijvende moutresten uit wordt gegoten. Als je dit niet hebt, moet je een andere constructie bedenken. Wellicht een heel grote zeef waar je het bostel indoet zodat je dat laatste beetje suiker kan uitspoelen. Of een hevelfilter waaronder je een andere pan zet.
Als je de bostel en wort van elkaar hebt gescheiden en de laatste suikers uit de bostel hebt onttrokken, is het tijd om het wort steriel te koken. Verhit je pan of brouwketel met je wort naar 100 °C. Tijdens het koken van je wort verdampt er ook veel. Je dikt als ware je wort in, naast het feit dat je het steriel kookt. Het koken duurt minimaal een uur tot anderhalf uur.
Toevoegen van hop
Het toevoegen van hop gebeurt tijdens het koken van het wort. Het type hop dat je gebruikt zorgt voor een verschillend moment van toevoegen aan het wort. Er zijn bitterhop, aromahop en hoppen die voor beide geschikt zijn. De namen verklappen het al een beetje, de ene hop is bitter vanwege een hoge bitterwaarde en de andere hop geeft net die funky tropische fruitsmaak af. Om over de verschillende hop soorten in dit artikel dieper op in te gaan maakt het te complex, wat belangrijk is om te weten is dat je bitterhop in het begin van het kookproces toevoegt en de aromahop aan het einde. Daarnaast kan je ook nog koud-hoppen. Koud-hoppen is tijdens het lageren de hop toevoegen om het bier een extra hopkarakter te geven.
Hop kun je in bloemvorm krijgen maar ook in pellets wat er een beetje uitziet als konijnenvoer. Onze persoonlijke voorkeur gaat uit naar de hopbloemen ook wel ‘hopbellen’ genoemd aangezien de pellets te veel oplossen en lastig uit te filteren zijn. Als je gebruik maakt van hopbloemen kun je deze eenvoudig aan het kookproces toevoegen in een hopzakje. Dat scheelt je aan het einde om alles eruit te vissen.
Koelen en gist toevoegen
Aangezien het wort een enorm zoete substantie is, is het van belang om dit snel terug te koelen omdat het een ideale voedingsbodem is voor micro-organisme. Als je niet in het bezit bent van een onderdompelkoeler, platenkoeler of tegenstroomkoeler, zet dan een pan in een bak met ijswater.
Houd er rekening mee dat het relatief lang duurt voordat het goed koud is. Het allersnelst werkt een tegenstroomkoeler maar deze heeft uiteraard een aanschafsprijs. Koel het wort terug naar onder de 25 °C voor bovengistend bier (en onder de 15 °C voor ondergistend bier). Vergeet niet het soortelijk gewicht (begin-sg) te meten, hiervoor gebruik je de Hydrometer, lees dit artikel door voor nadere uitleg.
Als het wort is teruggekoeld naar onder de 25 °C dan voeg je het gist toe en sluit je de deksel van het vergistingsvat. Vul het waterslot en sluit hiermee de emmer af. Zet het vat één tot twee weken op een koele plek weg. Wanneer je het gist te lang in het vat laat, krijg je een smaakafwijking in je bier. Het mag op deze plek niet warmer worden dan 23 graden.
Na verloop van tijd zul je zien dat het waterslot begint te borrelen. Na ongeveer een week is de gistactiviteit gestopt. Dan is het tijd om het over te hevelen in je lageringsvat. Je scheidt hier het gist van het jong bier. Als je het gist te lang in je bier laat zitten ontstaat er een smaakafwijking die je niet in je bier wil hebben. Je lageringsvat heb je uiteraard goed schoongemaakt en wanneer je hebt overgeheveld zet je het lageringsvat ongeveer een week weg, wederom weer met een waterslot. Tijdens het lageren ontstaat er moederkoolzuur wat belangrijk is voor het eindresultaat.
Hydrometer, wat is het en hoe gebruik ik het?
Als je wilt weten hoeveel procent alcohol je bier bevat, raden we je aan om een hydrometer te kopen. Maar wat is een hydrometer? Een hydrometer ziet er een beetje uit als een visdobber en aan de onderkant stukjes loodkorrels of kwik. Aan de steel is een schaalverdeling aangebracht waaraan je de dichtheid van de vloeistof kunt aflezen.
Het meten doe je op twee momenten bij het bierbrouwen. Het eerste moment is vlak voordat je het gist toevoegt. Dan doe je een beetje wort in je maatcilinder en lees je af hoeveel soortelijk gewicht (begin-sg) je wort is en noteer je dit in je brouwschrift. Het tweede moment is net voordat je gaat bottelen. Je zult zien dat je eind-sg flink is afgenomen. Dit noteer je ook in je brouwschrift.
Trek van je begin-sg het eind-sg af en vermenigvuldig dit met 0.135. Als voorbeeld: (1075 – 1015) * 0.135 = 8,1% alcohol. Vaak kun je hier nog 0,5% bij optellen in verband met nagisting op fles.
Bottelen
De kroon(kurk) op je noeste arbeid! De laatste stap in het brouwen is nu echt aangebroken. Na een week lageren kun je gaan bottelen. Meet voor je gaat bottelen wel even je eind-sg als je een hydrometer hebt. Was de flessen eerst met een flessenborstel en een beetje OXI en leg de kroonkurken in een badje met OXI.
Vul vervolgens elk flesje dat je gaat afvullen met twee gram suiker. Dit doe je voor de nagisting op fles om nog wat extra koolzuur te krijgen. Zet het goed schoongemaakte afvulpijpje op het kraantje van jet lageringsvat. Met een afvulpijpje wordt de fles van onderen gevuld. Vul het af tot de fles volledig vol zit. Je ziet dan dat wanneer je de fles naar beneden trekt, deze mooi is afgevuld.
Voordat je de kroonkurk op de fles doet, maak de bovenkant waar de kroonkurk op komt nog schoon met een medisch alcoholdoekje. Gooi het doekje weg nadat je deze voor vier flesjes hebt gebruikt. Doe een kroonkurk op het flesje en sluit deze met de kroonkurkmachine. Laat de flesjes minimaal nog vier weken staan op een donkere plek. Leg je bier niet neer want mogelijk gaan je kroonkurken dan roesten.
Na vier weken is het tijd! Koel je bier, open de fles, ruik eraan, schenk je bier in, doe je ogen dicht en proef!